“Mama, ik denk niet dat ik met een jongen thuis ga komen.”
Het kan wel eens de moeilijkste zin zijn die ik tegen mijn mama gezegd heb. Ik was 19 en na een paar jaar twijfelen en mezelf afvragen of het nu écht zo was, moest het er toch eens uit.
Ik wist niet hoe ze zou reageren. Er wordt bij ons thuis niet zo over gesproken.
Ik had geen idee op welke vragen ze een antwoord zou willen? Er was niet veel te antwoorden, meer dan een gevoel was het toen nog niet. Ik had nog nooit een relatie gehad.
Mijn mama… Ze had een vermoeden en nam het goed op.
Blijkbaar heeft ze, toen ik een jaar of 16 was, zelf eens willen zeggen dat ik ook met een meisje thuis mocht komen. Dat heeft ze toen net niet gezegd. Ik herinner me nog dat ik in die periode mijn ouders gevraagd heb om mij uit te huwelijken. Maar de tijd dat ik zo verlangde naar een vriendje en wanhopig zocht wat ik niet vond, was opeens over.
Toen ik in het zesde middelbaar voorzichtig durfde aanvaarden dat ik misschien een vriendin moest zoeken, ging ik een jaar op uitwisseling naar Hongarije. Ik verbleef bij een heel fijn gastgezin, warme mensen, heel katholiek… Alles kon, alleen een koppel was een man en een vrouw. Het was ondenkbaar, onbespreekbaar dat ik daaraan twijfelde.
Niet dan?… Ik was nog niet zeker genoeg van mezelf, te beïnvloedbaar. Ik wilde vooral de mensen die ik graag had en die tijdelijk mijn ouders waren niet kwetsen. Zonder het te beseffen kwetste ik mezelf.
Ondertussen, toch wat jaren later, ben ik zeker. Ik weet nog niet hoe ik het het liefste benoem.
‘Lesbisch’? Vind ik hard klinken;
‘Geaardheid’? Heeft iets buitenaards;
‘Ik word verliefd op vrouwen’?, maar vrouwen lijken zo oud, en meisjes weer wat jong…
Bij ‘homoseksueel’ wordt er vaak alleen aan jongens gedacht.
Zonder woorden is het een deel van mezelf.
Naar de buitenwereld toe hangt het er vanaf.
Ik kan in alle eerlijkheid antwoorden “Nee, ik heb geen vriendin.” wanneer iemand mij vraagt of ik een vriend heb. De blik die daarop volgt, kan ik plaatsen zonder mij ongemakkelijk te voelen.
Maar ik kan nog niet voor mezelf opkomen op momenten dat er negatief of lachwekkend over gesproken wordt. Ook al zou ik dan het liefst rechtstaan en uitroepen dat het allemaal oké is.
Want dat is het: helemaal oké!
Sara