Het was een doordeweekse morgen en ik stapte op de metro. Er kwam een man naar mij toe:
“Do you speak English?”
-“Eumh, yes.”-
“You know, Jesus Christ was born 2018 years ago. He died for everyone. Why?
God is in the people. He loves you. Why?
I have 4 children and we’ve had a lot of accidents. God helped us. Why?
Do you believe in God?
He loves everyone.”
En toen was hij weer weg.
Met de slaap nog in mijn ogen wist ik niet of ik in God moest geloven.
Of ik geloof in iets dat dan God is.
En wie/wat is god?
Ik heb een ongelooflijke bewondering voor mensen die in God geloven en daar naar leven. Ikzelf worstel met God. Volgens mij worstel ik nog het meest met de institutie waar die God bij hoort. In mijn geval zou dat de katholieke kerk zijnen daar voel ik me niet in/bij thuis. Ik heb de bijbel gelezen en de catechismus vanbuiten geleerd. Het heeft me niet geholpen om meer duidelijkheid te krijgen over die ‘God’.
Ik ben een jaar op uitwisseling geweest bij een heel zorgzaam en (té) katholiek gastgezin. Heel af en toe ga ik nog eens terug op bezoek. Er zijn barsten gekomen in de relatie die ik met hen had omdat hun God in de weg staat:
Ze wilden bidden, zoals altijd voor het slapengaan. Dankbaar zijn voor wat geweest was. Hulp vragen voor wat moet komen. Vroeger vond ik het vooral mooi dat ze zo dicht bij God stonden. Dat ik de dankbaarheid zag en minder het gebed. Vandaag staat God in de weg voor wat ik wil vragen.
Mijn wereldbeeld is vergroot, te groot, ten opzichte van dat van hen. Waar ik vroeger de veilige thuishaven ervoer, was er nu een afstand in begrip. Ze kunnen niet aanvaarden dat ik keuzes maak die ze niet begrijpen, hoewel ze zien dat ik gelukkiger ben. Hun God staat in de weg.
Ik geloof nog, geloof ik, maar ik durf het geen “god” noemen. Eerder een kracht die ik vind in de natuur of in de verbinding tussen mensen.
Zolang je zelf voelt dat geloven, in wat je ook gelooft, je vooruit helpt, vind ik het allemaal goed.
En met de slaap iets minder in mijn ogen keek ik naar de zonsopkomst, die toch wel wat weg had van een goddelijk tafereel. Sierlijke penselen die de kleuren aan de hemel streken. Het benaderde perfectie. Misschien geloof ik toch een beetje. Om God gerust te stellen. Dat Hij mij nog vaak van die zonsopgangen schenken wil.
(Photo by Victor Rodriguez on Unsplash)